“Peter van Bergen, 'loos' in de muziek” in De Leunstoel
Nederlands:
Peter van Bergen gaat nog steeds helemaal loos in de muziek.
De rietblazer en componist Peter van Bergen is oprichter en directeur van LOOS en Studio LOOS, gevestigd in ‘de DCR’ een voormalig kantoorgebouw van het Gemeentelijk Energiebedrijf aan het Haagse De Constant Rebecqueplein dat is omgebouwd tot ‘culturele broedplaats’. LOOS is net ‘aan de dood ontsnapt’ omdat er na 16 jaar structurele subsidie van de stad Den Haag een negatief advies lag voor het Kunstenplan 2021-2024. Dankzij inzet van gemeenteraadsleden van VVD, Haagse Stadspartij en PvdA is LOOS, samen met een aantal andere kleine culturele instellingen, alsnog toegevoegd. Peter kan weer vier jaar verder.
‘Het probleem was en is om beleidsmakers duidelijk te maken wat LOOS en Studio LOOS precies zijn. Op het stadhuis en door die adviescommissie worden we gezien als een podium voor hedendaagse muziek, maar dat is slechts één aspect. LOOS is vooral een laboratorium waar musici – en vooral ook jonge talenten – kunnen werken aan nieuwe concepten. Optreden kan daar een afsluitende activiteit van zijn. Daarnaast is LOOS, zo is het ooit begonnen, een ensemble. Dat laatste aspect wilden we in de laatste subsidieaanvraag wat meer benadrukken. Naast al het organisatiewerk wilde ik zelf ook weer aan de slag met een groep musici. Dat bleek echter tot een hoop spraakverwarring te leiden. Gelukkig is het toch nog goed afgelopen. Van de PvdA en van de Haagse Stadspartij, die de culturele broedplaatsen altijd hebben gestimuleerd, konden we altijd al op steun rekenen en we vonden dan ook een luisterend oor bij Bülent Aydin van de PvdA en Peter Bos van de HSP. We hebben ook geluk dat de Haagse VVD in de persoon van Det Regts nog een cultuurminnende woordvoerder heeft uit de school van Hans Dijkstal. Afijn. We zijn er nog!’
‘LOOS komt van ‘loos gaan’. Uit je dak gaan, dus. Het was de naam van mijn eerste bandje. Ik kwam vanuit Tubbergen naar Den Haag om aan het conservatorium te gaan studeren. In 1982 vonden we in de Weissenbruchstraat een oefenruimte en daar zijn Jan den Boer, Willem Jansen en ik met een free funk-band begonnen, improvisaties op basis van free funk thema’s en beats. LOOS, dus. LOOS heeft daarna vele incarnaties doorgemaakt, met mijzelf als constante factor. JanWillem van der Ham, Greg Moore, Jacques Palinckx, Paul Koek, Wolter Wierbos, Rob Daenen, Michael Vatcher, Hans Hasebos en nog vele anderen maakten langere of kortere tijd deel uit van de groep.’
'Ik raakte in de begin jaren tachtig ook in contact met ‘Hoketus’, een ensemble dat was opgericht door Louis Andriessen. Daar ontmoette ik musici als Paul Koek, Huib Emmer, pianist Gerard Bouwhuis en Patricio Wang.'
'Na enige tijd vroeg ik hen voor LOOS, dat werd het LOOS Ensemble. Het repertoire bestond aanvankelijk alleen uit mijn composities, Factorseries, waarin geschreven materiaal naadloos overging in improvisaties en luisteraars soms niet meer wisten wat er nu gecomponeerd of geïmproviseerd was. Vervolgens gingen componisten als Huib Emmer, Cornelis de Bondt, Guus Janssen, Paul Termos, Martijn Padding, Gilius van Bergeijk en Louis Andriessen ook composities voor LOOS schrijven. ‘Hout’ van Andriessen is speciaal voor ons geschreven en is samen met LOOS ontwikkeld.'
'Bijzonder was het experimentele karakter van het LOOS Ensemble, een optredend laboratorium. We werden qua esthetiek en concept in binnen- en buitenland gezien als een typische exponent van de Haagse School. In de Haagsche School werd niet veel geïmproviseerd. In LOOS was improviseren echter een voorwaarde. Dat heeft alles te maken met mijn achtergrond van samenwerken met beroemde jazzmusici als Cecil Taylor, Anthony Braxton, John Zorn, Evan Parker, Derek Bailey, Butch Morris, Roscoe Mitchell, George Lewis enz. enz. LOOS pianist Gerard Bouwhuis wist alles van Xenakis, Stockhausen en Cage, maar improviseren was nieuw voor hem. Hij lachte zich eerst rot. Het waren de hoogtijdagen van de Nederlandse ensemblemuziek. Ik speelde met de bands van Guus Janssen, Paul Termos, Maarten van Regteren Altena, de gebroeders Palinckx, Michiel Braam, ... Het waren de tijden dat geïnteresseerde politici als Aad Nuis staatssecretaris van cultuur waren. Gouden en interessante tijden, maar dat is allemaal wegbezuinigd. De periode Halbe Zijlstra gaf de nekslag en die zijn we nog lang niet te boven. Verre van dat. ’
‘In 1988 won ik de Podiumprijs. Ik trad toen op in het Gemeentemuseum Den Haag met Odean Pope, één van de weinige leerlingen van John Coltrane. Eigenlijk wilde de organisatie toen John Gilmore, de tenorsaxofonist van het Sun Ra Arkestra die een goede vriend van me was en een voorbeeld voor John Coltrane, naar Nederland halen maar hij kon toen niet vrij krijgen van Sun Ra. In dezelfde tijd hoorde Cecil Taylor me tijdens de Oktober Jazz Meeting in het BIMhuis te Amsterdam. Dat maakte blijkbaar indruk, want Taylor nodigde me uit voor een weekje Berlijn, waar de fine fleur van de internationale improviserende muziek bij elkaar kwam. Ik speelde in Cecil Taylors ‘European Orchestra’ met mensen als Han Bennink, Peter Brötzmann, William Parker, Wolter Wierbos, Louis Sclavis en Evan Parker. Dat was een geweldige beleving. Cecil Taylor is de meester van het ‘loos gaan’, nog veel beter dan ik. Hij was dag en nacht in touw en dat deed en doe ik hem niet na. Ik ga eigenlijk alleen maar loos in mijn muziek.’
‘Recent heb ik vooral veel contact met de Engelse saxofonist Evan Parker. Ik treed nog steeds af en toe op met zijn Electro Acoustic Ensemble.’
‘Nederland was in die tijd nog trots op onze sterke positie in de wereld van de vernieuwende muziek. We werden zelfs regelmatig uitgenodigd door ambassades om in het buitenland te komen spelen voor de ‘Holland Promotion’. Vernieuwende, experimentele muziek voor Holland promotie is echter helemaal weg. Een laatste oprisping was het ‘Koningsdagconcert’ in 2015 in Dordrecht. Ik speelde daar met de David Kweksilber Bigband voor de koninklijke familie, echt een fantastisch optreden. Ik weet nog dat jij na afloop vroeg of we Studio LOOS nu voortaan ‘Koninklijke Studio Loos’ mochten noemen.‘
‘Dat concert was een meesterlijk staaltje van Davids organisatietalent. Via zijn moeder, de sopraan Marianne Kweksilber, kende hij de high brow muziekwereld natuurlijk goed. Dat heeft echter niet mogen baten. Niet lang daarna werd ook de David Kweksilber Bigband opgedoekt vanwege geldgebrek. Ik heb er wel leuke herinneringen aan overgehouden. Tegen het eind van dat – best heel keurige – concert speelde ik een wat abstracte solo op de tenorsax. Na afloop vroeg prinses Beatrix wat ik daar mee bedoeld had. Ik vertelde haar dat ik een dialoog tussen Willem Alexander en Maxima in mijn hoofd had. ‘O, ik dacht dat u boerderijgeluiden probeerde uit te beelden’, antwoordde ze me toen met een grote lach.’
‘In 2005 zijn we met Studio LOOS begonnen. Wij behoorden tot de pioniers van de ‘DCR’. Toen eenmaal alles klaar was kwamen we echter in een uiterst Kafkaëske positie terecht. De cultuurafdeling van de gemeente vond dat we concerten moesten organiseren, maar we kregen van de omgevingsdienst geen vergunning. Die patstelling is gelukkig doorbroken door een actie van een toenmalig gemeenteraadslid van de PvdA die tegenwoordig voor de Leunstoel schrijft. We hebben hem als dank maar in het bestuur opgenomen.’
‘Al onze plannen hebben natuurlijk een optater gekregen door de corona-ellende. We zijn bezig met streaming-concerten. Niet alleen om “toch nog iets te doen”, maar juist ook om aan de internetconcerten op het YouTube kanaal LOOS Channel veel extra’s toe te voegen en de nadelen van de huidige tijd om te zetten in voordelen. Onze relatie met het Koninklijk Conservatorium is in de afgelopen twee coronajaren steeds hechter geworden. Ze huren de studio tegenwoordig regelmatig voor hun eigen programma’s. De studenten van het KC konden ons altijd al vinden. Het ‘Royal Improvisers Orchestra’, bijvoorbeeld, dat voornamelijk uit conservatoriumstudenten bestond, is in Studio LOOS begonnen. De leden daarvan zijn over de wereld uitgezwermd en maken nu naam voor zichzelf. Het kunstenaarscollectief ‘iii’ heeft in de periode 2013-2016 in Studio LOOS kansen gekregen om zich te ontwikkelen en profileren. Zo gaat dat. LOOS is, onder meer, een plek om te beginnen en te rijpen en het is niet meer dan natuurlijk dat groepen die in Studio LOOS kansen hebben gekregen en groot zijn geworden hun eigen weg gaan en dan nemen anderen hun plaats weer in. Creatieve vernieuwing begint op de bodem en niet aan de top. Daarom zijn instellingen als Studio LOOS zo belangrijk.
'Op dit moment is LOOS/Studio LOOS zich aan het vernieuwen met nieuwe kunstenaars, nieuwe activiteiten voor nieuwe doelgroepen, een nieuw publiciteitsbeleid en inhoudelijke verdieping met nieuwe invalshoeken. En natuurlijk hopen we ook weer snel onze functie als podium op te pakken. Creatieve musici uit heel de wereld weten LOOS en Studio LOOS te vinden en dat willen we vasthouden. Er zijn bijna geen podia meer over in Nederland, dus daar moeten we zuinig op zijn.’
‘Zelf promoveer ik binnenkort in artistiek onderzoek, het onderwerp van LOOS. Mijn proefschrift heet ‘Improvisation, interactivity, instability: artistic transformations'. Muzikale vernieuwing en ontwikkeling is vaak alleen mogelijk door alles wat vast lijkt te staan, te destabiliseren, af te breken en opnieuw te beginnen. Het vermogen om te kunnen improviseren, reageren op onverwachte situaties – kenmerkend voor onderzoek - is daarbij essentieel. Muziek moet een eeuwig avontuur blijven met een ongewisse uitkomst. Wat dat betreft lijkt het Nederlandse cultuurbeleid inderdaad op geïmproviseerde muziek.’
English:
Peter van Bergen is still completely idle in music.
The reed player and composer Peter van Bergen is founder and director of LOOS and Studio LOOS, located in 'de DCR', a former office building of the Municipal Energy Company at De Constant Rebecqueplein in The Hague, which has been converted into a 'cultural breeding ground'. LOOS has just 'escaped death' because after 16 years of structural subsidy from the city of The Hague, there was a negative advice for the Arts Plan 2021-2024. Thanks to the efforts of municipal councilors from VVD, Haagse Stadspartij and PvdA, LOOS, together with a number of other small cultural institutions, has been added. Peter can continue for another four years.
'The problem was and is to make it clear to policymakers what LOOS and Studio LOOS are exactly. At the town hall and by that advisory committee we are seen as a stage for contemporary music, but that is only one aspect. LOOS is primarily a laboratory where musicians - and especially young talents - can work on new concepts. Performing can be a concluding activity. In addition, LOOS is, as it once started, an ensemble. We wanted to emphasize the latter aspect a bit more in the latest grant application. In addition to all the organizational work, I also wanted to get back to work with a group of musicians. However, this turned out to lead to a lot of confusion. Fortunately, it still ended well. From the PvdA and the Hague City Party, which have always stimulated cultural breeding grounds, We could always count on support and we found a listening ear with Bülent Aydin from the PvdA and Peter Bos from the HSP. We are also lucky that the Hague VVD in the person of Det Regts has a culture-loving spokesperson from Hans Dijkstal's school. Anyway. We're still here! '
'LOOS comes from' going idle '. Going crazy, so. It was the name of my first band. I came to The Hague from Tubbergen to study at the conservatory. In 1982 we found a rehearsal room in Weissenbruchstraat and there Jan den Boer, Willem Jansen and I started a free funk band, improvisations based on free funk themes and beats. LOOS, so. LOOS has since gone through many incarnations, with myself as a constant factor. JanWillem van der Ham, Greg Moore, Jacques Palinckx, Paul Koek, Wolter Wierbos, Rob Daenen, Michael Vatcher, Hans Hasebos and many others have been part of the group for a longer or shorter period. '
'In the early eighties I also came into contact with' Hoketus', an ensemble founded by Louis Andriessen. There I met musicians such as Paul Koek, Huib Emmer, pianist Gerard Bouwhuis and Patricio Wang. '
'After some time I asked them for LOOS, which became the LOOS Ensemble. The repertoire initially consisted only of my compositions, Factor series, in which written material seamlessly transitioned into improvisations and listeners sometimes no longer knew what was composed or improvised. Subsequently, composers such as Huib Emmer, Cornelis de Bondt, Guus Janssen, Paul Termos, Martijn Padding, Gilius van Bergeijk and Louis Andriessen also started writing compositions for LOOS. 'Hout' by Andriessen was written especially for us and was developed together with LOOS. '
'Special was the experimental character of the LOOS Ensemble, a performing laboratory. In terms of aesthetics and concept, we were seen at home and abroad as a typical exponent of the Hague School. There was not much improvisation in the Haagsche School. However, improvisation was a prerequisite in LOOS. This has everything to do with my background of working with famous jazz musicians such as Cecil Taylor, Anthony Braxton, John Zorn, Evan Parker, Derek Bailey, Butch Morris, Roscoe Mitchell, George Lewis, etc. etc. LOOS pianist Gerard Bouwhuis knew everything about Xenakis, Stockhausen and Cage, but improvising was new to him. He laughed at first. These were the heyday of Dutch ensemble music. I played with the bands of Guus Janssen, Paul Termos, Maarten van Regteren Altena, the Palinckx brothers, Michiel Braam, ... Those were the times when interested politicians like Aad Nuis were secretaries of state for culture. Golden and interesting times, but all of that has been cut back. The Halbe Zijlstra period was the final blow and we are far from over it. Far from it. '
'In 1988 I won the Podium Prize. I then performed at the Gemeentemuseum Den Haag with Odean Pope, one of John Coltrane's few students. The organization actually wanted to bring John Gilmore, the tenor saxophonist of the Sun Ra Arkestra who was a good friend of mine and an example to John Coltrane, to the Netherlands, but he could not get time off from Sun Ra. At the same time Cecil Taylor heard me during the October Jazz Meeting at the BIMhuis in Amsterdam. That apparently made an impression, because Taylor invited me for a week in Berlin, where the fine fleur of international improvising music came together. I played in Cecil Taylor's 'European Orchestra' with people like Han Bennink, Peter Brötzmann, William Parker, Wolter Wierbos, Louis Sclavis and Evan Parker. That was a great experience. Cecil Taylor is the master of 'going idle', much better than I am. He was busy day and night and I did not and I do not imitate him. I really just go idle in my music. '
'Recently I have had a lot of contact with the English saxophonist Evan Parker. I still occasionally perform with his Electro Acoustic Ensemble. '
'At that time, the Netherlands was still proud of our strong position in the world of innovative music. We were even regularly invited by embassies to play abroad for the 'Holland Promotion'. However, innovative, experimental music for Holland promotion is completely gone. A final belch was the 'King's Day Concert' in Dordrecht in 2015. I played there with the David Kweksilber Bigband for the royal family, a really fantastic performance. I remember that afterwards you asked if we could now call Studio LOOS 'Koninklijke Studio Loos'.'
That concert was a masterpiece of David's organizational talent. Through his mother, the soprano Marianne Kweksilber, he naturally knew the high brow music world well. However, that did not help. Not long afterwards, the David Kweksilber Bigband was also closed due to a lack of money. I did have nice memories of it. Towards the end of that - quite neat - concert I played a somewhat abstract solo on the tenor sax. Afterwards, Princess Beatrix asked what I meant by that. I told her that I had a dialogue between Willem Alexander and Maxima in mind. "Oh, I thought you were trying to portray farm sounds," she answered me with a big laugh. "
'We started Studio LOOS in 2005. We were among the pioneers of the 'DCR'. Once everything was ready, however, we ended up in an extremely Kafkaesque position. The culture department of the municipality thought that we should organize concerts, but we did not receive a permit from the environmental service. Fortunately, that stalemate was broken by an action by a then municipal councilor of the PvdA who now writes for the Armchair. We have included him in the board as a thank you. '
'All our plans have of course been hit by the corona woes. We are busy with streaming concerts. Not only to “still do something”, but also to add many extras to the internet concerts on the YouTube channel LOOS Channel and to convert the disadvantages of the present time into advantages. Our relationship with the Royal Conservatoire has grown ever closer over the past two corona years. They now regularly rent the studio for their own programs. The students of the Royal Conservatoire have always been able to find us. The 'Royal Improvisers Orchestra', for example, which mainly consisted of conservatory students, started in Studio LOOS. Its members have swarmed around the world and are now making a name for themselves. In the period 2013-2016, the artists' collective 'iii' was given opportunities to develop and profile itself in Studio LOOS. That's how it goes. LOOS is, among other things, a place to start and mature and it is only natural that groups that have been given opportunities and grown up in Studio LOOS go their own way and then others take their place again. Creative innovation starts at the bottom and not at the top. That's why settings like Studio LOOS are so important.
'LOOS / Studio LOOS is currently innovating with new artists, new activities for new target groups, a new publicity policy and substantive deepening with new perspectives. And of course we also hope to quickly resume our function as a podium. Creative musicians from all over the world know where to find LOOS and Studio LOOS and we want to keep that. There are hardly any stages left in the Netherlands, so we have to be careful with that. '
'I myself will soon be obtaining my PhD in artistic research, the subject of LOOS. My dissertation is called 'Improvisation, interactivity, instability: artistic transformations'. Musical renewal and development is often only possible by destabilizing, breaking down and starting over everything that seems fixed. The ability to improvise and respond to unexpected situations - characteristic of research - is essential in this. Music must remain an eternal adventure with an uncertain outcome. In that respect, Dutch cultural policy does indeed resemble improvised music. '